Resultaten en eindproducten
Samenvatting van de resultaten van dit project.
In dit implementatieproject hadden we de volgende primaire doelstellingen geformuleerd: Hiertoe zouden we: |
METHODE & REALISATIE: Om bovengenoemde doelstellingen te bewerkstelligen, waren we begonnen met het ontwikkelen van passend beeldverhaal en filmmateriaal dat specifiek geschikt werd voor het tonen tijdens de fysieke voorlichtingsbijeenkomsten. Uit eerder opgedane kennis in het FEMININE onderzoeksproject, waarbij gebruik werd gemaakt van onder andere focusgroepen en vragenlijsten is gebleken dat de behoefte aan cultuur sensitieve informatiemateriaal groot en van toegevoegde waarde is voor Marokkaans- en Turks-Nederlandse vrouwen. Dit heeft vorm gekregen in een op-maat-gemaakte video in het Marokkaans-Arabisch, het Marokkaans-Berbers en het Turks (allen ondertiteld in het Nederlands). Door de COVID-19 pandemie heeft de ontwikkeling van de cultuur sensitieve video’s, die centraal stonden in Fase III van het FEMININE onderzoeksproject, serieuze vertraging opgelopen. Aangezien de inhoud van de ontwikkelde video’s gezien werd als ‘startpunt’ voor het ontwikkelen van een passend beeldverhaal, ging dit ook in ons traject gepaard met vertraging. Na uitgebreid oriënterend voorwerk welk voorlichtingsmateriaal reeds aanwezig is en aan welke randvoorwaarden een storyboard voor een beeldverhaal dient te voldoen, werd contact gezocht met de experts van Pharos. Hoewel aanvankelijk met name op emoties ingespeeld zou worden, werd besloten ook aandacht te besteden aan kennis en informatie aangezien met name ook kennis over praktische zaken omtrent het bevolkingsonderzoek bij de Marokkaans- en Turks-Nederlandse vrouwen ontbreekt. Hiertoe diende een afweging gemaakt te worden tussen enerzijds eenvoudige, simpele en laagdrempelige uitleg over genoemde aspecten, anderzijds diende voorkomen te worden dat er teveel informatie gegeven zou worden waardoor de doelgroep overladen met informatie kon worden en het doel van het beeldverhaal niet bereikt zou kunnen worden. Dat er een goede afweging heeft plaatsgevonden, bleek na het voorleggen van het concept beeldverhaal aan de doelgroep. Aan de hand van beoordelingen op onder andere begrip en taalniveau, werden wijzigingen aangebracht en kon het concept verder uitgewerkt en geoptimaliseerd worden tot het gewenste resultaat. Hoewel dit niet geheel volgens het tijdsplan verliep, kon de vertraging enigszins ingehaald. In korte tijd konden de cultuur sensitieve video’s uit het FEMININE onderzoeksproject dusdanig aangepast worden, dat deze qua inhoud perfect pasten in de presentatie voor de informatiebijeenkomsten. Nu de informatieve benodigdheden en materialen voor het vergroten van kennis over het bevolkingsonderzoek aan Marokkaans- en Turks-Nederlandse vrouwen afgerond waren én met het beeldverhaal en video’s ook voldoende aandacht gegeven werd aan het emotionele aspect (om het taboe op het bespreken te verminderen), kon daadwerkelijk de uitvoering van de informatiebijeenkomsten aanvangen. In een eerder stadium werd een voorlichtingskoffer met fantoom van de geslachtsorganen aangeschaft en voorzien van aanvullend materiaal. Tezamen met de opgedane kennis en ervaring van het FEMININE onderzoeksproject, de Powerpoint voorlichtingspresentatie, het filmmateriaal en het beeldverhaal waren alle facetten van het voorlichtingspakket aanwezig en kon deze taak worden voltooid. Met de start van de organisatie van de voorlichtingsbijeenkomsten werden de resultaten van de interventie in beeld gehouden door de volgende indicatoren te meten:
Aan de hand van korte vragenlijsten, afgenomen voor én na de voorlichtingspresentatie (inclusief beeldverhaal, voorlichtingskoffer (fantoom) en video) voor de voor- en nameting, werd het effect van de interventie op de doelstellingen gemeten. Het afnemen van de vragenlijsten bleek niet zo gemakkelijk als gedacht. Bij een aantal bijeenkomsten werd er door de aanwezige vrouwen op een negatieve manier op de vragenlijst gereageerd. Des temeer werd duidelijk dat het beantwoorden van de vragenlijsten toch nog te ingewikkeld was voor de taalvaardigheden van de doelgroep, waardoor mondelinge toelichting nodig was en het afnemen veel tijd in beslag nam. Ook zagen deelnemers vaak niet het belang in van het evalueren van een activiteit – terwijl dat mede vanwege het gebruik van de PDCA-cyclus in ons project zeer belangrijk was. Opnieuw blijkt dat de mate van testwiseness (het gemak en de openheid om testen af te laten nemen) bij de doelgroep met beperkte taal- en schoolse vaardigheden laag is. Het aanvankelijk aanwezige enthousiasme bij de doelgroep maakte vaak snel plaats voor frustraties. Ook het invullen van de vragenlijsten nadat de presentatie gegeven was, zorgde voor veel tegenspraak. Dit heeft ertoe geleid dat lang niet van alle aanwezigen een adequate en volledig ingevulde vragenlijst voor de voor- en nameting verzameld kon worden. Het is met name hierdoor lastig een betrouwbaar antwoord te geven op de vraag of de interventie ervoor gezorgd heeft dat de weloverwogen beslissing – gemeten door vragen over kennis, attitude en intentie om wel of niet deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker – vergroot is. Deze ervaring is een belangrijke les voor andere projecten: laat de evaluatiemethode aansluiten bij de wensen, waarden en vaardigheden van de doelgroep en bepaal deze dus samen met hen! Om desondanks zoveel als mogelijk data en informatie op te halen over de doelstellingen, zodat we deze kunnen gebruiken voor het verduurzamen van dit project, werd naast de vragenlijsten een korte evaluatie van iedere bijeenkomst gehouden, om ons cyclisch leren te stimuleren. Ervaringen met de gebruikte materialen werden door ons middels de Plan-Do-Check-Act cyclus gebruikt om de initieel samengestelde materialen op basis van de feedback aan te passen. Uiteindelijk hebben we bewust afgezien van ons voornemen om de ‘blended learning approach’ als onderwijsmodule in te dienen voor een erkenningstraject in de Interventiedatabase Gezond en Actief Leven, omdat deze database niet de mensen bereikt die met onze interventie (voorlichtingspakket en module) aan de slag gaan. Het doel om de opgedane informatie en kennis breed te verspreiden aan onder andere docenten op het gebied van diversiteit, lag bij nader inzien niet bij opname in de genoemde database, maar meer in het kenbaar maken van de interventie bij professionals en instellingen met bovengemiddelde aandacht voor diversiteit en interprofessioneel onderwijs rond gezondheidsthema’s én het beschikbaar stellen van de interventie voor andere organisaties die voorlichtingen organiseren voor mensen met een migratieachtergrond. |
De eindproducten